Roken en mondgezondheid

Roken beïnvloedt de genezing in de mond nadelig. Zo blijkt dat bij rokers de wond die ontstaat na het trekken van een tand of kies pijnlijker is en dat die wond minder goed en langzamer geneest. Rokers hebben een 3 tot 6 keer grotere kans op aandoeningen van het gebit. De kans op botverlies van de kaak is groter waardoor tanden en kiezen minder stevig in de kaak staan. Behandelingen aan het tandvlees komen vaker voor bij rokers en slaan minder goed aan dan bij niet rokers. Het succes bij het aanbrengen van implantaten wordt door roken naar beneden gebracht. Uit onderzoek blijkt dat het toepassen van een protocol waarbij een week vóór en acht weken na het plaatsen van implantaten gestopt wordt met roken leidt tot een vermindering van het percentage mislukkingen ten opzichte van de groep patiënten die zijn blijven roken.
De relatie tussen tabakgebruik en het ontstaan van kwaadaardige afwijkingen in de mondholte staat al tientallen jaren niet meer ter discussie. Rokers hebben een 2 tot 4 maal grotere kans op het ontwikkelen van mondkanker dan niet-rokers. Sigarettenrokers lopen een hoger risico dan sigaren- of pijprokers. Roken heeft een direct kankerverwekkend effect op het mondslijmvlies. Indien rokers ook nog regelmatige veel alcohol gebruiken is de kans op kwaadaardige aandoeningen in de mondholte zelfs 6-15 maal zo groot. Alcohol verhoogt namelijk de doorlaatbaarheid van het mondslijmvlies, waardoor het kankerverwekkende effect van tabakproducten wordt vergroot.
Ontstekingen aan het mondslijmvlies komen bij rokers 6 maal meer voor dan bij niet-rokers. Opmerkelijk is hierbij de dosis-respons relatie: bij het stoppen met of aanmerkelijk verminderen van roken kan de afwijking verminderen of zelfs geheel verdwijnen.

Samengevat kan je stellen dat stoppen met roken niet alleen voor je longen de slimste beslissing is die je ooit kunt nemen, maar ook voor je mond.